Katja is lerares speciaal onderwijs en moeder van drie kinderen – onder hen zijn tweelingmeisjes. Daarnaast runt ze samen met haar collega Danielle de succesvolle blog “Het meest gezochte kind”. In het interview vertelt de expert hoeveel speelgoed baby of kind echt nodig heeft, waarom het beter is om in een flesje te zingen in plaats van een cd te plaatsen en waarom toiletpapier het beste speelgoed is voor kinderen.
Op welke leeftijd is speelgoed zinvol voor kinderen?
Gewenst kind: In principe heeft geen enkel kind speelgoed nodig – zonder deze kunnen ze goed overweg. Allereerst zijn wij volwassenen die graag iets willen kopen of maken voor onze kinderen. Ik heb dit goed met mezelf kunnen observeren….
Als baby hadden mijn dochters een hele batterij prachtige houten rammelaars * en schattige knuffels die ik ze aanbood toen ze ongeveer drie maanden oud begonnen te grijpen. En natuurlijk – ze vingen ze en zoog erop en waren er blij mee. Op dezelfde leeftijd had mijn derde kind meer kans om te pakken te krijgen wat me na stond, omdat ik vooral bezig was met het aantrekken of voorlezen van de meisjes. Zo leerde hij zich vast te pakken met een pen, flesopener of het onderhemd van zijn zus, die toevallig op de grond lag. En hij genoot ook van zuigen en lachen om zijn “speelgoed”. Het maakte hem totaal niets uit. Speelgoed is daarom niet “verstandig”. Kinderen leren echt alles, zelfs zonder klassiek speelgoed. Natuurlijk wil geen van beide ouders praten over het kopen van mooie dingen – ga je gang! Het meeste speelgoed is ook niet schadelijk voor de ontwikkeling.
Is houten speelgoed eigenlijk beter dan plastic speelgoed?
Het maakt niet uit. Hout voelt van nature prettiger aan, maar kinderen geven meestal de voorkeur aan plastic speelgoed omdat ze zo kleurrijk zijn. Dit is echt geen drama. Soms is plastic zelfs goedkoper omdat het eraf kan vallen en het niet zo snel breekt. We hadden een plastic en een houten kassa voor onze winkel. Ze vielen nogal wat in het spel en de kassa vond het niet zo grappig. Er is de hele tijd iets afgebroken. Bovendien doet zo’n massief houten ding meer pijn aan de voet dan een gemaakt van plastic. Maar vanuit pedagogisch oogpunt maakt het niet uit of de ouders houten of plastic speelgoed kopen.
Hoeveel speelgoed is OK, hoeveel zijn er te veel?
Het hangt een beetje af van de leeftijd van ontwikkeling. Over het algemeen kan men zeggen: less is more! Als kinderen worden getroffen door het speelgoed in hun kamer, komen ze niet in het spel en vliegen ze als vlinders van station naar station zonder ooit een echte stroom te hebben ervaren.
Maar een voor een. Laten we eens kijken wat kinderen nodig hebben. Als ze na drie maanden beginnen vast te houden, dan is een niet al te zware rammelring goed, een conventionele O-Ball en misschien een knuffel of een deken. Deze bood ook de materialen hout, plastic en stof aan. Als alternatief kunt u een houten lepel, een garde en een stuk bakpapier geven dat u kunt pakken. Dit zou hout, metaal en papier hebben aangeboden.
Vanaf de zesde maand gaan onze baby’s de echt spannende fase van oorzaak en gevolg testen in. Je kunt zien aan het feit dat ze dingen laten vallen – zoals z. B. Eet aan tafel – en kijk ernaar. Op dit moment wordt speelgoed belangrijk, waarbij oorzaak en gevolg uitgebreid kunnen worden getest. Bovenal is een springjack perfect. Als de baby aan zijn koord trekt (oorzaak), tilt hij armen en benen op (effect). Het Blink-Squeak plastic speelgoed volgt hetzelfde principe en is nu volop verkrijgbaar in de winkels. Als het kind daar op een van de vele knoppen drukt, begint het stuk te knipperen of muziek te maken. Ik raad ze af, ik zal later nog eens uitleggen waarom. Simpele dingen zijn beter.
De rammelaar ring b.v. is nog steeds spannend op deze leeftijd, want als het geschud wordt, rammelt het. De O-Ball kan ook een oorzaak en gevolg speelgoed zijn – als het wordt gegooid, rolt het weg. Mijn kinderen op die leeftijd hielden ook van een staand mannetje en een kleine trommel. Maar je kunt hier ook zonder speelgoed. Het kind leert ook oorzaak en gevolg wanneer hij het bord van de tafel gooit en op de vloer rammelt, wanneer hij de kraan in- en uitschakelt, wanneer hij op de trede op de prullenbak drukt en het deksel oplicht als het licht aan is schakelt in en uit wanneer het de kastdeur opent en sluit en ook wanneer het de lade sluit terwijl deze zich nog in de opening bevindt en dan pijn voelt.